“We willen luisteren, faciliteren en vooral uitgaan van het eigen oplossend vermogen van tuinders.” Je hoeft niet lang met voorzitters Marijke en Thijs om tafel te zitten om te weten wat voor voorzitters ze willen zijn. Luisterende oren, meedenkers, doorpakkers. Maar ook: idealisten. “Op een volkstuincomplex als dat van ons liggen kansen voor de stad. Duurzaamheid was lang een klein onderwerp, maar wordt nu meer mainstream. Als vereniging moeten we stevig staan om op die golf mee te kunnen varen en tegenkrachten het hoofd te bieden.”
.
Want die tegenkrachten zijn er, daarvan zijn Marijke en Thijs zich maar al te goed bewust. Woningbouw en prijsverhogingen liggen op de loer. “Te zien hoe de Rotterdamse tuinverenigingen zich verenigd hebben de laatste tijd is mooi, maar vergis je niet, dat is niet eenvoudig. Ieder complex heeft zijn eigen karakter en kent zijn eigen uitdagingen”, legt Marijke uit. “Er mag meer aandacht komen voor het werk dat Frank Schurink en Matthijs Tegeler onder de noemer ‘externe betrekkingen’ verzetten. Als we meer kunnen laten zien wat zij doen en met welke belangen, problemen en uitdagingen zij te maken krijgen, ontstaat ook onder onze leden hopelijk meer begrip voor de complexe situatie waarin wij als vereniging moeten bewegen en de keuzes waar we voor staan.”
.
“Kijk”, vervolgt Marijke, “het is een paradox. Iedereen zit met hetzelfde tijdgebrek. Leven in de stad is onbetaalbaar geworden, dus iedereen moet werken om te kunnen wonen. En juist als je het druk hebt, is de tuin de plek waar je ontspanning kunt vinden. Alle dingen die daar ‘moeten’ nemen wat van de ontspanning weg. Maar we weten allemaal ook dat die dingen bijdragen aan het in stand houden van de vereniging. Dus moeten we ook daarin blijven zoeken naar een werkbare balans.”
.
Leden bepalen beleid
Om de problemen van deze tijd het hoofd te bieden is een stevig bestuur nodig, daar zijn de twee het over eens. Thijs: “Ons inziens is dat vooral een faciliterend bestuur.” Marijke legt uit: “Het bestuur voert beleid uit dat leden in de vergadering hebben bepaald.” Aan hen en hun collega-bestuursleden de taak om te zorgen voor de randvoorwaarden. Thijs: “Het benodigde geld, het adequaat inzetten van de huidige technologie, ervoor zorgen dat we een plek blijven waar kennis gedeeld wordt.”
.
Ze vormen een goed duo, vinden ze zelf. En dat terwijl ze elkaar tot voor kort nog helemaal niet kenden. Allebei tuinieren ze sinds een paar jaar op Eigen Hof en allebei koesterden ze geen enkele ambitie om voorzitter van Eigen Hof te worden. Maar toen was er die noodkreet van het toenmalige bestuur. “Daar sla ik dan toch wel op aan”, zegt Marijke. Haar duo-collega valt haar bij: “Ik ervaar dit tuincomplex als een paradijs, ik wil daaraan meebouwen.”
.
Samen bouwen
Samen pakten ze de voorzittershandschoen op en proberen ze sinds een aantal maanden invulling te geven aan de functie. Het voelt soms nog onwennig. “Dat machtsstukje dat sommige mensen een voorzitter toedichten zit niet in me. De vereniging is van de leden. Wij zijn niet de beslissers”, zegt Marijke. “Toch worden we geacht brandjes te blussen en ook handhaving vraagt veel tijd en aandacht.” Niet vanuit een ivoren toren besturen dus, maar samen bouwen. Thijs: “Kom naar ons toe met voorstellen, met energie. Ik wil de feestcommissie uitbouwen, er moet een goedgevulde kalender met activiteiten komen. We zijn allemaal heel verschillende mensen, maar we hebben dezelfde kernwaardes. We willen tuinieren en prettig verblijven, op deze unieke groene plek.”
.
De kersverse voorzitters denken dat veel processen organisch kunnen verlopen. “Je hoeft niet alles te managen. Als een activiteit ophoudt, staan vanzelf nieuwe mensen op die het overnemen, of iets nieuws bedenken.” Natuurlijk gaat niet alles vlekkeloos, daarvoor zijn de twee realistisch genoeg. “Er worden heus fouten gemaakt, ook door ons. Maar daar leer je van”, meent Thijs. “Door naar elkaar te luisteren en gebruik te maken van ieders expertise kun je samen mooie dingen bereiken.” Marijke knikt instemmend en refereert aan een fragment dat auteur Bibi Dumon Tak liet zien tijdens het televisieprogramma Zomergasten. “Jagers beweren dat ze aan natuurbeheer doen, maar dat is niet waar. Als je dieren neerschiet, zullen de overgebleven exemplaren als reactie veel jongen krijgen, om de soort in stand te houden. Soms moet je, in ons geval als bestuurder, gewoon een stap terug doen en kijken hoe dingen zich ontwikkelen. We gebruikten het woord organisch, laat dat maar de rode draad zijn van dit gesprek. Wij staan als voorzitters niet in de startblokken om interventies te doen als dat niet per se nodig is. Laat de dingen maar organisch ontstaan en groeien.”
.
Door Froukje Aben