Scheidend voorzitter Frank Schurink kijkt terug
Frank Schurink stopt na vijf jaar (en eerder nog eens drie jaar) als voorzitter van Eigen Hof, maar blijft wel aan in het bestuur. Wat heeft hij geprobeerd te doen als voorzitter? Waar is hij het meest blij mee? En waarom bestuurt hij eigenlijk zo graag? Een gesprek op een regenachtige zaterdagmiddag in zijn huisje op de Eikenlaan.
Je bent voorzitter geweest tussen 2010 en 2013 en werd in 2017 opnieuw gekozen. En ook nu blijf je aan in het bestuur, als lid Externe Betrekkingen. Waarom bestuur jij eigenlijk zo graag?
Mijn vrouw Caroline tuiniert in de tuin, ik tuinier met mensen. En zoals je niet wil dat er in een tuin alleen een soort plant bloeit, wil je ook een diversiteit hebben aan mensen op de vereniging. Dus ik probeer vooral ruimte te scheppen voor leden om zich te ontwikkelen, te bloeien. Om zelf uit te vinden hoe zij voor de vereniging willen werken.
Wat heb jij in die acht jaar geprobeerd te doen?
Ik vind het belangrijk dat besturen overdraagbaar is. Het moet zo zijn georganiseerd dat er genoeg mensen in het bestuur zitten, dus dat niemand overwerkt is. Daarnaast moet duidelijk zijn dat iemand makkelijk kan in- en uitstappen.
Is dat gelukt?
Ik denk het wel. Er is het eerste jaar wel gedoe geweest. Maar we hebben het secretariaat en de financiën gereorganiseerd, we hebben genoeg mensen in het bestuur. Veel onderdelen van de vereniging draaien grotendeels zelfstandig. Maar het meest blij ben ik over hoe er een nieuwe generatie actieve leden is opgestaan.
Hebben we dat te danken aan de pizza-avonden?
Die hebben daar heel erg bij geholpen. We hadden de pizza-oven al, en toen corona kwam dacht ik: nu gaan we het doen. Het moet inplanbaar zijn, dus elke week, en niet in het weekend, want dan is iedereen al druk. En ik dacht: volgens mij vinden kinderen pizza maken geweldig, en dan komen hun ouders ook. Die gaan dan met elkaar praten. En zo ontstaan er nieuwe verbanden. Het is echt een keerpunt geweest in het verenigingsleven.
Heb jij het zelf verzonnen, dat er deeg en saus zijn en een oven, maar dat leden zelf de ingrediënten moeten meenemen?
Ja. Ik geef voor mijn werk veel trainingen over hoe je een gemeenschap activeert. Je geeft een bepaalde structuur aan maar je vult niet alles in, anders is het niet leuk. Net als met die pizza’s.
Het maakt jou ook benaderbaar, dat jij ze als voorzitter zelf de oven inschuift.
Ik hou er ook van om dingen te doen. Het rare is dat de pizza-avond bijna aan zijn eigen succes ten onder ging. Zestig pizza’s op een avond, meer kan niet. Dus toen hebben we de barbecue erbij gedaan.
En dan die prachtige cocktails erbij. De bar heeft wel heel erg hard moeten draaien.
Maar toen zagen we dat mensen die de avonden bezochten zelf gingen helpen. Dan wordt je onderdeel van het gebeuren. Dat is toch geweldig?
Wat heb jij geleerd in deze acht jaar?
Dat je vooral de ruimte moet creëren voor mensen die aan het onderzoeken zijn wat ze met hun tuin willen. En tegelijkertijd zorgen voor duidelijke regels. Zoals de boetes voor gemiste werkbeurten. Dat klinkt streng, maar hierdoor heb je niet meer dat jaarlijks terugkerende gedoe. We gaan als bestuur niet 100 procent servicegericht zijn: dat kan gewoon niet. Af en toe heb je een botsing. Daar moet je dan weer samen uit zien te komen. Het gaat om menselijkheid van het bestuur naar leden, maar ook andersom. Verder proberen we veel meer de verantwoordelijkheid bij de Algemene Ledenvergadering te leggen. Zo hebben we nu een procedure opgezet zodat de ALV het laatste woord heeft bij het gedwongen opzeggen van een lidmaatschap door het bestuur.
Waarom blijf je aan als lid Externe Betrekkingen?
Afgelopen jaar heb ik veel tijd besteed aan het helpen opzetten van het Platform Rotterdamse Tuinverenigingen (de koepelorganisatie waarvan nu 43 van de 44 Rotterdamse vtv’s lid zijn, – red.) Mijn inbreng daar wordt gewaardeerd. Daarnaast heb ik relaties gelegd met de politiek. Dat lijkt me zonde om los te laten. En wie van het bestuur gaat het anders doen? De voorzitter heeft al genoeg te doen. Dus dit is ook weer: hoe kunnen we taken goed verdelen?
En jouw ervaring blijft zo ook binnen het bestuur.
Dat ook ja. Dat sluit weer aan bij die overdraagbaarheid, waar ik het in het begin over had.